Verslag van de B-rit naar Huijbergen
Nog voor de enige echte klassieker van de Rouleurs zondag de 17e maart was begonnen had ik al lichte last van stress, er werd mij gevraagd het verslag van de rit te doen.
Het minutieus doornemen van de passages leek mij weinig zinvol, want of je nu pas een paar jaar lid bent van de club zoals ik, of een ware Roulator bent, de route naar het zuidwestelijk gelegen Huijbergen is een bekende.
Dus dan maar wat verhalen over wat ik onderweg tegenkwam, en wat dat betreft was het een waardige Huijbergen.
De weersverwachtingen waren niet onaardig na een week lang stormachtige rukwinden en voldoende regen, de ochtend begon met een waterig zonnetje en hier en daar zelfs een stukje blauw.
Met de eerste regendruppels begon ook de wind aan te trekken, geen probleem echter voor de mannen op kop.
Regendruppels gingen over in hagel, er werden waaiertjes en tweede waaiertjes getrokken, hier en daar viel er iemand tussenuit, er was een enkele lekke band en iemand die lek riep maar vervolgens geen bingo had, maar na enkele hergroeperingen konden we weer voorwaarts.
Het zoeven van smalle banden over nat asfalt, ophopend vuil tussen schijfremmen en het piepen van het derailleurwieltje van Harry vormden samen een geluid dat mij deed denken aan het tjirpen van krekels en cicaden in zonnig Zuid-Frankrijk.
Een mooie gedachte als afleiding terwijl wij weer een hagelbui doorkruisten, deze werd echter vrolijk verstoord door Frank Blijlevens die mij bij het kruispunt bij Huijbergen mededeelde dat hij met zichzelf had afgesproken niet meer door “zulk kutweer” te fietsen (niet gelukt).
Dit punt betekende wel dat het bijna tijd was voor koffie, en weldra was daar de kiekenhoeve met de rijzige gestalte van de eigenaresse die ons na het ontdoen van ons natte goed welkom heette met een warm “ham of kaas?”.
Na een tweede kop koffie weer onderweg, met het zonnetje van voren en het windje in de rug, gingen wij vlotjes door het Brabantse land.
Daar was er dan toch ineens een kleine omleiding vanwege een wegafzetting, het schijnt dat de nieuwe route door Jos ouderwets met landkaart en kompas was uitgezet.
Het duwtje van de wind in de rug en de zonnestralen die de regenjacks wat droogden zorgden voor vrolijke gezichten.
Zat je achter in de groep hoorde je dat de kopmannen wellicht vergeten waren dat ze met de B onderweg waren, reed je achter de mannen op kop hoorde je dat sommigen wellicht het seizoen beter bij de C konden beginnen, de polders waarin we ons begaven respecterend bevond de waarheid zich waarschijnlijk in het midden.
Rijsbergen verwelkomde ons met nog een laatste hagelbui, waarna wij weer allen weer veilig terug op stal konden.